Op basis van het onderscheid tussen voorbereiding van een zoekvraag enerzijds en gebruik maken van terugkoppeling tijdens het zoekproces anderzijds is het mogelijk een aantal algemene zoekstrategieën te typeren.
Hawkins en Wagers (1982) onderscheiden de volgende zoekstrategieën:
Deze methode ontleedt het onderwerp in aspecten. Voor ieder aspect worden zoektermen bepaald die vervolgens met elkaar verbonden worden. Deze methode vereist een gedegen voorbereiding.
Soms kan aan een onderwerp duidelijk één heel specifiek aspect onderkend worden, waarvan te verwachten valt dat het maar betrekkelijk weinig referenties zal opleveren. In zo’n geval kan men het best eerst alleen op dit aspect zoeken.
Bij deze methode begint men met het maken van een grote set over een algemeen onderwerp, verkregen door te zoeken op één breed begrip of op een combinatie van twee of drie zeer algemene concepten. Vervolgens verfijnd men de zoekactie in een aantal stappen, bijvoorbeeld door middel van de booleaanse operator AND en/of inperkingen op datum, taal en dergelijke, totdat men een bevredigend resultaat heeft, zowel naar relevantie als naar het aantal van gevonden referenties.
In een eerste stap gaat men op zoek naar enkele zeer relevante referenties. Vervolgens worden deze referenties grondig geanalyseerd en wordt er een lijst opgesteld met veel voorkomende trefwoorden. Met deze zoektermen bouwt men vervolgens een nieuwe zoekstrategie op.
Deze methode is vooral handig wanneer de gebruiker nog geen goed idee heeft van het onderwerp terrein waarop de zoekvraag betrekking heeft. In eerste instantie maakt men een brede set met veel referenties. Daarvan worden er zoveel op het scherm getoond of op papier afgedrukt als nodig is om een goed beeld te krijgen van de kenmerken van de publicaties. Op basis van deze informatie wordt een alternatieve zoekstrategie opgezet en uitgevoerd